Algemene Natuurwetenschappen

Wat voor soort vulkanen zijn er?

Soorten vulkanen

Wereldwijd zijn er minstens 1500 vulkanen. Die vulkanen kun je onderverdelen in verschillende soorten. Een manier om vulkanen onder te verdelen is gebaseerd op de vorm van de vuklkaan. Er zijn:
- Schildvulkanen
- Caldera's
- Stratovulkanen (= kegelvulkanen)
- Spleetvulkanen.

Schildvulkanen:
Schildvulkanen hebben dunne, hete magma. Die magma is een vloeistof. Het magma kan daardoor makkelijk door spleten naar het aardoppervlak doordringen. Doordat zo de ontstoppingen in de kraterpijp geheel of gedeeltelijk wordt weggehaald, ontstaan er nauwelijks ontploffingen. Door te hoge druk in de magmakamer kan een lavafontein ontstaan. Gassen kunnen uit het magma ontsnappen, daardoor is er ook weinig as vorming. Doordat de lavastroom dun en heet is, kan de lava lange afstanden afleggen, hierdoor hoopt de lava zich niet steeds op bij de kraterpijp. Daardoor krijg je een vulkaan, die vooral breed is. Na vele uitbarstingen ontstaat een vulkaan die breed is met een flauwe helling, vandaar de naam schildvulkaan. Hieronder zie je een foto van een schildvulkaan.

 

Caldera's:
Een calderavulkaan is een oudere vulkaan met aan de bovenkant een krater. De krater is ontstaan nadat na vele uitbarstingen de magmakamer gedeeltelijk is ingestort, die na een vulkaanuitbarsting is leeggestroomd. Vaak vormt zich in de krater van een caldera een kratermeer. Het water in het kratermeer kan allerlei kleuren aannemen. Het water in het kratermeer is warm, doordat het verwarmt wordt door ondergronds magma. Bij naderende eruptie begint het water te borrelen en wordt het heet, het water wordt dan uit het kratermeer gestuwd, en rolt zo de helling af. Hieronder zie je een foto van een caldera.

Stratovulkanen:
Stratovulkanen worden ook wel kegelvulkanen genoemd. Stratovulkanen, zijn samengestelde vulkanen en zijn de meestvoorkomende vulkanen. Stratovulkanen zijn opgebouwd uit gestolde lava afgewisseld met lagen pyroclastisch materiaal; zoals as en stenen. Het latijnse woord voor strato is stratus wat lagen betekend. Na vele uitbarstingen en door de dikke lava zijn de stijle hellingen ontstaan. Stratovulkanen zijn daardoor zeer hoog en kunnen eeuwige sneeuw op de toppen hebben. Bij stratovulkanen kan het magma moeilijk tot het aardoppervlak doordringen omdat het dik en stroperig is.  De druk moet dus eerst zeer hoog oplopen voordat er een eruptie plaats kan vinden, en dat kan dus erg lang duren. Hoe meer tijd er verstreken is tussen de vorige en de naderende uitbarsting, hoe heftiger de uitbarsting wordt. Bij uitbarsting wordt de verstopping in de kraterpijp in één keer de lucht in geblazen, met alle gevolgen van dien. De lucht zit dan ook vol met vulkanische gassen waaronder as, wat zeer gevaarlijk is en met grote snelheid de lucht ingespoten worden. Dit kan tot de stratosfeer doordringen. Eerst veroorzaakt de eruptie een regen van stenen gevolgd door een regen van as die dagenlang kan aanhouden. Er komt meestal niet veel lava uit bij zo'n uitbarsting. Deze uitbarsting kunnen wel 2 dodelijke gevolgen opleveren: - pyroclastische stromen en modderlawines.  Doordat de lava erg dik en stroperig is hoopt de lava zich vlakbij de krater op. Na vele uitbarstingen ontstaat daardoor een vulkaan met een steile helling. Hieronder zie je een foto van een stratovulkaan.

 

Spleetvulkanen:
Spleetvulkanen zijn lange scheuren in de aardkorst ontstaan als twee tektonische platen uitelkaar drijven, divergentie. Deze spleetvulkanen zijn vooral te vinden bij oceaanruggen. Hieronder zie je een foto van een spleetvulkaan.